100% Belgisch, 100% natuurlijk
Eeuwenlang werd kaviaar geassocieerd met een kostbare delicatesse afkomstig van wilde steuren uit de Kaspische Zee. Vandaag de dag eten we echter kaviaar van gekweekte steur, als gevolg van het verbod op het vangen van wilde vis sinds 1998. Dit verbod heeft ervoor gezorgd dat de steur een kans heeft om te overleven. In 2002 bracht een klein bedrijf uit Turnhout, genaamd Royal Belgian Caviar, als een van de eersten ter wereld topkwaliteit kaviaar uit eigen kweek op de markt.
Een onderzoeksproject vol geduld
Flor Joosen en Willy Verdonck, pioniers in dit vakgebied, hebben
twaalf jaar lang gewerkt aan het succesvol afronden van hun onderzoeksproject.
Joosen, afstammend van een familie van molenaars en veevoederproducenten, had
aan het begin van de jaren negentig steuren uit de Kaspische Zee geïmporteerd
om visvoer te perfectioneren. Samen met bioloog Willy Verdonck ontdekte hij dat
ze niet alleen steurvoer konden optimaliseren, maar ook steuren zelf konden
kweken. Deze ontdekking was het begin van de lange weg naar het op de markt
brengen van hun allereerste kaviaar.
Het geduld van het kweken
Het kweken van kaviaar vereist geduld, vooral vanwege de steuren zelf. Bijvoorbeeld, de Siberische Acipenser baeri, een van de vijf steursoorten die Royal Belgian kaviaar produceert, moet minstens vijf jaar oud zijn voordat de eitjes kaviaar opleveren. Voor de Acipenser gueldenstaedti, die de beroemde osietra-kaviaar oplevert, duurt het zelfs 10 jaar voordat ze geschikt zijn voor oogst. En voor de Beluga-steur, de Huso Huso, moeten kwekers zelfs 18 jaar geduld hebben voordat deze reuzen van ruim twee meter zijn uitgegroeid. Dit verklaart mede waarom kaviaar zo kostbaar is, en ook waarom er prijsverschillen zijn tussen verschillende soorten kaviaar.
Het leven van een Belgische steur
Het leven van een Belgische steur begint in de Kempense bossen, waar de ouderdieren in natuurlijke vijvers zwemmen. Daar worden de eitjes bevrucht door het afgetapte sperma van mannelijke steuren in een broedinstallatie in Turnhout. Na een week ontwikkelen de bevruchte eitjes zich tot larfjes van een paar millimeter in een doorzichtige buis met gesimuleerde stroming. Na enkele maanden zwemmen in kweekbakken, worden ze naar een grotere vijver in Moeskroen gebracht, waar Royal Belgian een van de grootste indoor-aquacultuurcentra van Europa heeft.
Een delicate delicatesse
Wanneer de steuren tussen de één en twee jaar oud zijn, worden ze onderzocht met behulp van een echografiemachine om vast te stellen of ze mannelijk of vrouwelijk zijn. Alleen de vrouwtjes blijven in het kweekprogramma, terwijl de mannelijke steuren verkocht worden aan bedrijven die ze opkweken tot consumptievis of siervis. Met behulp van de echografiemachine bepaalt Royal Belgian ook wanneer de vrouwelijke steuren klaar zijn voor de oogst van de kaviaar.
Het geheim achter topkwaliteit
Het oogsten van de kaviaar gebeurt in labo-achtige omstandigheden, waar medewerkers in witte schorten en blauwe latexhandschoenen de eitjes voorzichtig van het vlies scheiden. Na het spoelen van de eitjes worden zelfs de kleinste onzuiverheden met een pincet verwijderd. Het zouten van de eitjes maakt van steureitjes kaviaar, en Royal Belgian staat bekend om het hanteren van een laag zoutgehalte, genaamd MALOSOL kaviaar, dat wordt gewaardeerd door klanten, inclusief gerenommeerde chefs uit binnen- en buitenland.
Met trots exporteert Royal Belgian Caviar nu kaviaar naar sterrenrestaurants over de hele wereld, waaronder die in Denemarken en Japan. Het resultaat van hun jarenlange inzet en geduld is een Belgische topkwaliteit kaviaar, gekweekt met zorg en passie voor dit kostbare product.